Dasypoda hirtipes De pluimen van Pluimvoetbij zijn lange haartjes en dienen als hulpmiddel om zand weg te graven. Ook worden er tussen de haren grote hoeveelheden stuifmeel vervoerd. Deze bij graaft nesten in zanderige grond in grote groepen, vooral tussen bestrating. De hoofdgang kan 30 tot 110 cm diep zijn, met zijtakken waar de broedcellen (4 tot 14)gemaakt worden. De soort vliegt op (gele) composieten, voornamelijk in de ochtenduren, waarbij de Pluimvoetbij relatief snel van bloem tot bloem vliegt. Het vrouwtje maakt op normale, zonnige dagen 6 tot 8 vluchten, op de laatste vlucht wordt gewoonlijk geen stuifmeel verzameld.
Enoplognatha ovata of latimana Zonder onderzoek van de genitalia zijn beide soorten niet van elkaar te onderscheiden. Het vrouwtje wordt 4 tot 6 mm groot, het mannetje 3 tot 5 mm.