Corvus monedula
Crepidotus variabilis
Slijmzwammen kennen drie levensstadia. Uit sporen ontstaan microscopisch kleine eencellige organismen, die zich kruipend of zwemmend voortbewegen. Die voegen zich samen tot een rondkruipende kolonie. Dit plasmodium verandert in een onbeweeglijk vlies, waarop kussen- of knotsvormige sporenlichamen zitten. Plasmodium eerst wit, bij rijpheid verkleurend naar oranje en roodachtig. Vruchtlichamen rond of peervormig, circa 2 mm, eerst wit maar later verkleurend naar oranje, rose en rood. Steel (bij slijmzwammen de hypothallus genoemd) transparant tot melkachtig wit. Voorkomen: Algemeen gedurende het hele jaar, vooral op dood hout van naald- en loofbomen.